Hinkelen

Gebruik stoepkrijt of tape om de tien vierkanten en nummering op de vloer te maken. Iedere speler kiest een klein speelvoorwerp, bijvoorbeeld een steentje.

Sta achter de startlijn en gooi je speelvoorwerp in het vakje. Hinkel van het ene vierkant naar het andere vierkant en doe dat op volgorde van de nummers. Je hinkelt dus eerst naar vierkant 1, dan naar vierkant 2 enzovoort. Hinkel verder tot het laatste vierkant, draai je om en hinkel weer terug naar het begin. Op de terugweg raap je jouw speelvoorwerp op en hinkel je verder naar de start. Je moet altijd over het vierkant springen waar het speelvoorwerp in gevallen is. Hinkelen doe je op één voet, behalve als er twee vierkanten naast elkaar staan. In dat geval mag je in elk vierkant één voet plaatsen.

Je bent uit als: het speelvoorwerp niet op het juiste veld komt; als je tijdens het hinkelen buiten een vierkant terecht komt; als je tijdens het oppakken van het speelvoorwerp je evenwicht verliest; als je met een tweede hand of voet de grond aanraakt; als je naar een veld hinkelt waar het speelvoorwerp in ligt; als je twee voeten in een vierkant plaatst.

terug naar overzicht terug naar homepage